Statie D3

De derde Sanktuar Ruimte D3

De laatste sanktuar ruimte laat in bereik van de sokkel (Soubassenment) een unieke processie van goden zien. Iedere van deze godheden draagt een vat met een valk koppige sluiting, op het hoofd van de valk is een zonnenschijf. Als men precies kijkt ziet men, dat so wel op het vat, als ook in de zonnenschijf heel kleine hierogliefen afgeebeld zijn. De opschrift op de vaten –in zover leesbaar- geven hun inhoud aan, het gaat om verschillende aromatische substanien. De namen op de zonnen schijf, net als de namen voor het hoofd van de goden identificeren deze als zo genaamde dag goden (Chronokraten), dat betekend, dat elke godheid voor een andere dag van de Egyptische kalender staat. Algemeen gaat het om een monumenteel recept voor een zalf of voor rookwerk, van die de herstelling, zoals het in andere teksten geschreven staat, meerdere maanden kon duren. De scénes in het eerste register zijn alleen nog maar half bewaard. Op de oostlijke zijde herkent men de god van de tempel Min-Re op een sokkel voor een schrijn, die van de zo genaamde acht Oeros goden angebid word. Zes van deze goden zijn nog bewaard, de mannelijke hebben het hoofd van een kikker, de vrouwlijke dat van een slang.

Net als in ruimte C2 diende ook dit sanktuar in de laate Romeinse eeuw als een werkplaats met drie grote vaten in de zuidoostelijke hoek.