Statie M3

Buitenmuur M 3

Met een lengte van 70 m is de westlijke buitenmuur de best onderhouden plaats van de tempel. Bijna compleet onderhouden is het in het noorden beginnende voetstuk (Soubassement). Het begint met een inleidings scéne, die de koning offerend voor de goden van de tempel laat zien. Gefolgd van de district goden, dat bedoeld de vertegenwoordigers van de gebieden van het Delta. Het gaat om 20 district godheden, die steeds van een veld godin opgevolgt worden. Het volgen 22 verdere figuren, 11 sogenaamde bijvoegings districten, dat bedoeld verdere belanrijke cultus plaatsen in het Delta, vooral uit het gebiet van Heliopolis en Memfis en 11 verdere veld godinnen.

De slot maakten drie vertegenwoordigers van de Egyptische seizoenen van het jaar (Overstroming, Uitsaaien en Oogst), alsook drie mijn goden. De belanrijkste scéne van het 1e register is het ten val brengen van een slachtstier, een vorm van de gods vijand Seth. Zuidelijk van deze scéne staat het offer van een Udjatoog voor de kindgod Kolanthes en de godin met het leeuwenhoofd Repit door de maan god met het hoofd van een ibis, Thot. Udjatoog is een veel voorkomende aanduiding van de maan, die in de disrict van Achmim, bij die Athribis hoort, een bijzondere verering toe komt. Nog verder zuidelijk is een scéne uit het ritueel van de grondlegging van de tempel: De koning en de schrijver godin Seschat, gekleed met een luipaardhuid, slagen de paalen binnen, met die het gebied, dat bebouwd zal worden, met een touw afgezet word.