RUNDGANG


Statie L1

De Omgang L1

De zuilenomgang (L1, L2, L3) omgeefd de binnen liggende ruimtes op drie kanten en is daarmee uniek in de Egyptische tempel architektuur. Zijn oostlijke deel L1 was tot 2012 grotendeels onder gestorte, tot 20 ton zware blokken van de muren en het plafond en onder archeologische lagen (ca. 8e tot 11e eeuw) bedolven. De in de grond geslagen waterleiding is uit de laate Romeinse eeuw en hangt samen met het gebruik van somige ruimtes als verf werkplaatsen in de Koptische eeuw. Onduidelijk blijft de oorspronglijke hoogte en de functie van de klinker inbouw in de zuidoostlijke hoek. Verder in het noorden was er een kleine koepel oven, waarschijnlijk om brood te bakken. Ook werd de ruimte vaak als stal gebruikt, meestal echter voor de afvoer van afval en puin, wat vele objecten van het daglijkse leven duidelijk maken (glas, objecten van hout, textiel, werktuig etc.)

De decoratie van het voetstuk zowel aan de oostlijke en de westlijke muur laten processies van offer brengers zien, die bij de 22 Opper-Egyptische administratie bereiken en een verrassend grote aantal van verdere kultus plaatsen horen. De enkele bereiken zijn herkenbaar aan de hiërogliefen, die de offer dragers op hun hoofd dragen. De westlijke muur bevat in het 1e register twee belangrijke teksten: De een in de zuidelijke helft is een 110 column lange inscritie, die bij het Min-feest voorgedragen werd (met verglijkingen in de tempel van Ramses III. in Medinet Habu, Luxor) de andere in de noordelijke helft is een unieke lofzang aan de leeuwen godin Repit, die haar naam in alle administratie bereiken van Egypte opsomt. Het voetstuk van de zuilen is decoreerd met de bescherm goden van het papyrus struikgewas van Chemnis, dat is de plaats, waar de jonge Horus, beschermd voor zijn vijand Seth van de Godin Isis opgetrokken werd.