RUNDGANG


Statie A

Uitsicht Toren

De 75 x 45 m grote tempel uit plaatslijke kalksteen is de leeuwengodin Repit, haar echtgenoot Min en hun zoon Kolanthes toegewijd. De vanuit zuiden komende weg komt uit op het voorplein, waarop een kerk was gebouwd.

Achter de totaal vernielde voorkant (Fasade) van de tempel is de Pronaos (ruimte A) herkenbaar, waarvan het plafond door zuilen met Hathor kapiteelen gedragen werd (zie statie 20) Daarop volgt ruimte B, die net als de Pronaos vroegmiddeleeuwse installaties van klei klinker bevat, die vooral werkplaatsen zijn geweest. De folgende zaalen in richting binnenruimtes van de tempel leiden naar het unieke heiligdom, dat uit drie ruimtes bestaat. Geflankeerd word dit aan drie zijden van meer zaalen, die van de grote zuilenomgang (L1, L2, L3) omgeven zijn.

Om de tempel ligt een vroegmiddeleeuwse klooster uit klei klinkers, dat nog grotendeels niet opgegraven is. Langs de noordkant verlopen ruimtes met gewelf en verfbekken, terwijl het Refectorium met ronde zitbanken aan de oostzijde ligt. Dit klooster was met het Witte Klooster associerd, waarvan de abt Schenute I. (385-465) uit vele tekste bekend is.

Verder weg liggen de steenmagazijnen met over 400 muur-, en plafondblokken, die zins 2012 uit de tempel geborgen werden om de bedolven ruimtes volledig op te graven.